Ik had afgelopen weekend cursus. Ter voorbereiding van deze cursus was gevraagd om een sprookje te schrijven met daarin 10 woorden die ik bij de vorige cursus genoteerd had. Halverwege de eerste dag schreef ik 5 woorden hoe er toen in zat en ook op de laatste dag van de cursus. Ik vond het ook een leuke opdracht, maar merkte ook schroom. Kan ik dat wel, een sprookje schrijven. In 3 etappes is het er uit gerold. Gisteren las ik het voor bij de cursus en het sloot zo aan bij waar de afgelopen dagen cursus en mijn stuk daarbinnen over gingen, terwijl ik dat niet kon weten. Ik wist alleen de grote lijn van de cursus. De magie van het schrijven en de magie van dat je meer weet, dan je met je hoofd weet. Hierbij het sprookje. En ik wens je een lang en gelukkig leven!
Het appeltje en het eekhoorntje:
Er was eens een rood klein appeltje. Het appeltje hing heerlijk in de zon aan de boom. De boom waaraan ze bungelde was de hoogste boom op een klein heuveltje. Daaromheen stonden meer appelbomen en ernaast lag een vijver waarin 2 mooie zwanen zwommen.De vijver was in de zomer rijk aan waterlelies .De kikkers kwamen dan ook tevoorschijn en zij sprongen blij van het ene waterlelieblad naar het andere.Vanuit de boom genoot appeltje van dit fijne uitzicht en ze voelde zich voldaan. Op een dag verscheen er op het heuveltje een eekhoorntje. Het kleine appeltje had er wel eens één in de verte gezien, maar nooit zo dichtbij. De kleine eekhoorn leek verdwaald. Normaal zitten eekhoorntjes in het dichte bos, wist appeltje. Dit eekhoorntje had blijkbaar een eind gelopen. De kleine eekhoorn ging op een grote omgevallen boomstam zitten. Het keek een beetje verdwaasd rond en schrok van een dwarrelend blaadje. Appeltje had te doen met eekhoorntje. Alle indrukken leken zo intens voor het diertje. En appeltje bedacht ook dat het uitzicht wat zij heeft groots voor haar is, maar dat het eekhoorntje het zo niet kon zien vanaf de plek waar zij zat. En doordat zij dat uitzicht niet had, kon de eekhoorn ook niet zien waar ze heen moest gaan. Appeltje bedacht ook dat eekhoorntje wel energie nodig had om weer terug te gaan naar haar dichte bos. De gedachtes van appeltje werkte als vallende kwartjes. En zo bedacht appeltje een plannetje voor eekhoorntje. Appeltje had al gemerkt dat ze losser aan haar tak zat dan eerst. Ook had ze gemerkt dat ze wat groter was geworden en ook roder. Met dat ze dat bewust was geworden kwam de wijsheid dat appeltje eens uit de boom zou vallen geholpen door de zwaartekracht en de zon. Ze voelde dat dit stond te gebeuren. Hiermee voelde ze zich uitgenodigd dat dat nu kon en mocht gebeuren en onderdeel van haar plan zou zijn eekhoorntje te helpen.
Inmiddels zag ze dat de eekhoorn afwisselend in elkaar gedoken zat en rond aan het snuffelen was. Het leek wel of ze op zoek was naar eten. Appeltje voelde dat het nu HET moment was dat haar plan mocht werken. Heel voorzichtig wiebelde ze heen en weer, wetend dat ze er klaar voor was. Na 6x wiebelen hoorde ze een licht geluid en voelde ze dat ze naar beneden bewoog. Eerst ging het langzaam en vervolgens steeds sneller tot ze op de grond was. Alle blaadjes en takjes op dat plekje verdeelde zich diffuus, het loste als het ware op, zodat zij daar kon liggen. Appeltje besefte dat ze daarmee onderdeel was van een groter geheel waarin alles met elkaar samenwerkt. Ze was erdoor ontroerd. Wat ook bijzonder was, was de die blaadjes en takjes een soort richtingaanwijzer richting het dichte bos vormde.
Opeens stond eekhoorntje daar en keek enorm blij naar haar. Ze voelde dat ze opgepakt werd en toen voelde ze iets raars. Het bleken de tanden van eekhoorntje te zijn. Het kriebelde en voelde goed. Zo ging het verder. De eekhoorn werd weer energieker door het eten van appeltje en ontdekte de richtingaanwijzer op de grond en ging voorzichtig die kant op. Toen ze eenmaal de richting wist, hielp eekhoorntje haar instinct haar verder op weg. Appeltje was inmiddels heel wat kleiner en smaller. Ze voelde zich voldaan en wist dat als zij helemaal opgegeten was, haar pitjes en haar energie naar een andere plek zouden gaan mee in de buik van eekhoorntje. Dat zou vast ook een mooi plekje zijn. Zo leefden appeltje en eekhoorntje nog lang en gelukkig.